VEREENVOUDIGING KINDERALIMENTATIE: WERKELIJK EENVOUDIGER?

08-05-2013

Per 1 april van dit jaar is de systematiek die wordt gebruikt om kinderalimentatie te berekenen gewijzigd. Het doel is een systeem te hanteren dat rechtvaardiger en eenvoudiger is. Tot nu toe is de berekening vooral maatwerk, toegespitst op de bijzonderheden van het specifieke geval. Dat zal sinds 1 april anders, want eenvoudiger, worden.

 

De nieuwe systematiek gaat uit van een stappenplan, waarbij nieuw is dat bij het bepalen van de behoefte (hoeveel kost een kind) geen rekening meer wordt gehouden met het kindgebonden budget. Deze moet geheel ten goede van het kind komen en wordt daardoor op de behoefte in mindering gebracht.

Vervolgens wordt geen rekening meer gehouden met omgangskosten ( € 5,- per dag per kind) maar wordt een zogenaamde zorgkorting ingevoerd: hoe meer contact en omgang met het kind hoe hoger het percentage dat in verband met zorgkorting op de draagkracht in mindering kan worden gebracht. In de nieuwe richtlijn wordt ervan uitgegaan dat door middel van de gedeelde zorg voor een deel van de behoefte in natura wordt voorzien, althans zou kunnen worden voorzien. Als de gezamenlijke draagkracht van beide ouders voldoende is om in de behoefte te voorzien, vermindert de zorgkorting de bijdrage. Als de draagkracht niet voldoende is dan is de bijdrage gemaximeerd tot deze draagkracht. Zo wordt de armoede verdeeld over de beide ouders, waar dat tot nu toe werd afgewenteld op de verzorgende ouder.

 

Uiteindelijk wordt de bijdrage bepaald door uit te gaan van vaste bedragen zoals ten aanzien woonlasten en een vast percentage te nemen van het netto besteedbaar inkomen, met een correctie voor eigen levensonderhoud. Er wordt gewerkt met vaste percentages, waarbij globaal gezegd bij inkomens tot € 2.500,- netto per maand 100% van de draagkracht moet worden aangewend en bij inkomens vanaf € 2.500,- 70% van de draagkracht.

 

Uiteindelijk kan het toepassen van forfaitaire bedragen leiden tot onaanvaardbare situaties, bijvoorbeeld als er noodzakelijk aangegane schulden zijn of in geval van hogere lasten of dubbele woonlasten. Men kan dan een beroep doen op de aanvaardbaarheidstoets, een soort hardheidsclausule. Een dergelijk beroep moet natuurlijk goed worden onderbouwd.

 

Of het systeem echt eenvoudiger zal worden moet de praktijk uitwijzen. We kunnen nu rekenen volgens de nieuwe systematiek. Als u wilt weten wat deze nieuwe systematiek voor u in de praktijk kan betekenen, neem dan contact met ons op.