Hoe zit dat met een slapend dienstverband?

01-10-2019

 

Moet de werkgever op verzoek van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer een ‘slapend dienstverband’ beëindigen, onder toekenning van een vergoeding ter hoogte van de transitievergoeding?

De rechtbank in Limburg vroeg de Hoge Raad eerder dit jaar om uitleg over zogeheten ‘slapende dienstverbanden’.Advocaat-generaal De Bock heeft inmiddels een advies uitgebracht aan de Hoge Raad. Zij vindt dat een werkgever in beginsel verplicht is om op verzoek van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer, een ‘slapend dienstverband’ te beëindigen onder betaling van een bedrag ter hoogte van de transitievergoeding. Sinds er een wet is waarin is geregeld dat werkgevers door het UWV worden gecompenseerd voor betaling van de transitievergoeding aan een langdurig arbeidsongeschikte werknemer, gaat het argument dat een werkgever op hoge kosten wordt gejaagd, niet meer op. Bovendien is duidelijk dat de wetgever af wil van de ‘slapende dienstverbanden’. Op grond daarvan brengt de eis van ‘goed werkgeverschap’ met zich mee dat een werkgever een werknemer niet in een ‘slapend dienstverband’ mag houden, met als enige reden om de betaling van de transitievergoeding te ontlopen. Op de werkgever rust dus de verplichting om, op verzoek van de arbeidsongeschikte werknemer, het ‘slapende dienstverband’ te beëindigen, met betaling van een bedrag ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding. Dit kan anders zijn als de werkgever gerechtvaardigde belangen heeft om de arbeidsongeschikte werknemer toch in dienst te houden, bijvoorbeeld als er een reëel uitzicht is op re-integratie. De verwachting is niet dat van dit advies zal worden afgeweken.Als de Hoge Raad het advies overneemt, kunnen werkgevers niet langer onder de ontslagvergoeding uitkomen door arbeidsongeschikte werknemers verplicht in dienst te houden.

 Voor vragen kunt u contact opnemen met een van onze arbeidsrecht advocaten.